Op dit moment ligt vrijwel alle macht op het gebied van artificial intelligence (AI) in de handen van een handjevol grote techbedrijven. Het antwoord op de vraag of deze stand van zaken gewenst is, laat zich wel raden: het is niet echt gezond voor de samenleving als geheel. Een belangrijkere vraag die we ons moeten stellen, is hoe de controle over AI beter geregeld kan worden.

Schrijver en hoogleraar AI en innovatie David Shrier van de Imperial College Business School in Londen denkt hierop een antwoord te hebben in de vorm van AI-systemen die door overheden worden opgetuigd en beheerd. Hiermee zouden we niet alleen de problemen rondom privacy en veiligheid kunnen tackelen, maar ook lokale normen en waarden een grotere rol kunnen geven.

Maar niet alleen de privacy en veiligheid van AI-systemen is een reden om overheden een grotere rol te geven bij het beheer van AI-systemen. “Op dit moment besluit een handjevol individuen bij grote AI-bedrijven hoe ethisch hun systemen zich gedragen. De vraag is: welke waarden horen daarbij?”, zegt Shrier.

Er is volgens de wetenschapper behoefte om lokale normen en waarden, wetten en gedragingen in AI-systemen terug te laten komen. Met andere woorden: AI-systemen zouden op basis van locatie eigenlijk aangepaste antwoorden moeten geven. Deze zouden beter moeten passen bij de lokale bevolking en wat deze wel en niet normaal vindt en accepteert.

“Hadden de westerse geallieerde machten na de Tweede Wereldoorlog oud-nazi's moeten executeren?”, geeft Shrier als voorbeeld om zijn punt te maken. “Als je die vraag aan bijvoorbeeld Google Gemini stelt, zal dit AI-model je argumenten vóór en argumenten tegen geven. In sommige landen is dat oké. In andere landen is het sowieso niet denkbaar om te suggereren het leven van nazi's te verdedigen. Verschillende landen hebben verschillende interpretaties van vrijheid van meningsuiting.”

Nederland is financieel niet sterk genoeg om een nationaal AI-model te bouwen

Een nationaal AI-systeem bouwen kan nogal in de papieren lopen. Shrier stelt zelfs dat een land als Nederland niet financieel sterk genoeg is om deze kosten te kunnen dragen, als het dit alleen zou willen doen. “Maar als alle 27 landen van de EU samenwerken en één overkoepelend AI-model bouwen, dan is het denkbaar. Elk land zou daarvan een aangepaste versie in kunnen zetten, waardoor de kosten aanzienlijk lager zullen uitvallen”, aldus de innovatiespecialist,

Maar er is nog een aantrekkelijkere optie dan het zelf bouwen van een AI-systemen door nationale overheden. Shrier pleit ervoor dat landen vooral gebruikmaken van open-source AI’s en die met eigen input naar wens aanpassen en ondersteunen. Hier kan vervolgens een heel ecosysteem van private partijen omheen gebouwd worden. Met deze aanpak voorkom je dat het uitdraait op een middelmatige chatbot, stelt hij.

Volgens Shrier zouden nationale AI-modellen een goed middel zijn om de macht van de grote AI-bedrijven uit te dagen. Iets wat nu niet of nauwelijks gebeurt. Maar daarbij kun je je natuurlijk ook afvragen waarom mensen een nationaal AI-model zouden moeten gebruiken. Die worden op beperktere (lokale) data getraind, waarbij strenger wordt gelet op de rechtmatigheid van het datagebruik. Dat is Iets waar de ChatGPT’s van deze wereld nooit last van hebben gehad. Mensen overhalen om een beperktere, door de overheid gecontroleerde versie van een AI-chatbot gebruiken lijkt dan ook een onmogelijke taak.

Shrier ziet dat probleem zeker in, maar stelt dat we een door overheden geïnitieerd AI-systeem niet zo zeer moeten zien als een nationaal AI-model, maar als een publiek-private samenwerking met overheidskapitaal als katalysator. Dus eigenlijk door de overheid ontwikkelde en ondersteunde AI die door private partijen ingezet kan worden met financiële steun van de overheid (wat vooral moet leiden tot interactie en investeringen van de private sector).

AI van de overheid om werklozen om te scholen

Ook denkt Shrier dat er bekende problemen zijn, die met een nationaal AI-systeem makkelijk op te lossen vallen. Iets als het toegankelijker maken van de ambtenarij of de gezondheidszorg. “Als ik een AI-bot kan gebruiken om toegang te krijgen tot overheidsdiensten om te weten hoe het er bijvoorbeeld met mijn pensioen voor staat, of hoe mijn financiële steun vanuit de overheid verloopt, dan zou ik dat gebruiken.”

“We zouden het ook kunnen gebruiken om mensen die werkloos zijn geworden om te scholen. Ja, dat gebeurt nu ook al, maar met AI zouden we dat kunnen doen voor 10 euro in plaats van 1.000 euro, en het zou ook nog sneller gaan”, legt Shrier uit.

Dat laatste heeft hij op kleinere schaal al in de praktijk gebracht. Hij heeft hiervoor een AI-model getraind op zijn eigen lesmateriaal, het model in zijn toon laten communiceren en dat aan zijn studenten voorgelegd. Die waren enorm blij. Zo konden ze hun leraar allerlei vragen stellen op elk moment van de dag en daarmee verder komen in hun studie. Het gaf Shrier tijd om tijdens of na zijn lessen dieper in te gaan op complexere of nieuwe materie die niet in de lesstof behandeld werd.

Er zijn legio kleinschaligere oplossingen te bedenken waarmee de toepassing van artificial intelligence mensen in een land kan ondersteunen, maar daartegenover staan vrijwel evenveel denkbare problemen met bijvoorbeeld het borgen van de privacy en het tegengaan van cybercriminaliteit. “Daarom moeten we ook een publiek debat blijven voeren over dit soort oplossingen. We moeten alle betrokken partijen aan tafel krijgen en continu blijven monitoren wat er gebeurt en dit doorspreken”, stelt Shrier, die eerlijk toegeeft dat hij bij het idee van nationale AI-systemen niet alle antwoorden op een presenteerblaadje kan geven.

Iedereen zou een AI-belasting moeten betalen

Voor het dekken van de kosten die bij het draaiend houden van een AI-systeem komen kijken, heeft Shrier wel een mogelijke oplossing. “We hebben al een manier gevonden om producten waar iedereen profijt van heeft, te bekostigen. Dat noemen we belasting”, zegt hij. “Een nationaal AI-systeem is een publiek goed, dus dan zou het onder belasting kunnen vallen. Of we dat ook moeten doen, is een andere vraag”, legt de hoogleraar uit. “Maar het is precies waar we belasting nu ook voor gebruiken, gezondheidszorg, politie, scholen, infrastructuur en ga zo maar door.”

Er is ook een andere insteek denkbaar voor een AI-belasting, stelt Shrier: “Bill Gates heeft ooit het idee geopperd dat we de belasting heffen bij de AI-gebruikers. Hij doelt op de zorgen dat als toepassingen van artificial intelligence een hoop banen overbodig maken, er alleen een selecte groep in de samenleving is die er profijt van heeft. "Als we dat belasten, kunnen we het economische voordeel verdelen en gebruiken voor een breder publiek.”

Of we ooit door overheden ontworpen AI-systemen gaan zien, durft Shrier niet met zekerheid te zeggen. Hij is over het idee wel in gesprek met de Europese Commissie, die hij eerder ook adviseerde over de AI-Act. Maar als de EU instemt met de ontwikkeling van een eigen AI-systeem, dan ziet Shrier dat niet op heel korte termijn verschijnen: “Ik denk dat het tussen de drie en vijftien jaar zal duren. Het is lastig om een korter tijdsbestek te geven, want het hangt af van het land en de manier waarop het gebruikt zal worden.”

“Als je me vraagt of een land de komende jaren een nationaal AI-systeem maakt, dan denk ik dat het drie tot vijf jaar in beslag gaat nemen”, stelt hij. “Het kost een jaar om een overheid en de budgetten er klaar voor te krijgen. Dan moet je actie ondernemen en bouwen, dat duurt nog een jaar. En dan moet je nog een jaar testen. Dan zijn we al drie jaar verder.”

LEES OOK: AI-bedrijven zijn naarstig op zoek naar trainingsdata, maar lopen steeds vaker tegen rechtszaken over auteursrecht aan